“Bewezen” en “niet bewezen” erfelijkheid
Niet alle
hartaandoeningen zijn bewezen erfelijk. Slechts voor enkele aandoeningen en
rassen is de erfelijkheid bewezen. Vaak wordt door het frequent voorkomen van
een aandoening binnen een bepaald ras of binnen bepaalde lijnen, verondersteld
dat deze aandoening erfelijk is. Als gevolg hiervan wordt het fokken met
dieren met een bepaalde aandoening afgeraden, tot meer informatie beschikbaar
is wat betreft de erfelijkheid.
Onderverdeling erfelijke aandoeningen
De erfelijke hartaandoeningen worden onderverdeeld in drie groepen
- Ritmestoornissen
- Aangeboren afwijkingen
- Verworven afwijkingen (aandoening ontwikkelt zich in de loop van het hondenleven)
Start erfelijk onderzoek
Afhankelijk van het moment waarop zich klachten ontwikkelen die mogelijk op een erfelijke hartaandoening wijzen, wordt er gestart met gericht onderzoek.
Symptomen
als veranderingen in het uithoudingsvermogen, of moeilijke ademhaling kunnen
wijzen op een hartaandoening. Wees er op tijd bij en laat uw hond
onderzoeken door een dierenarts.
Als uw dierenarts gericht gaat kijken naar een mogelijke hartaandoening kan uw
hond, na lichamelijk onderzoek, een aantal aanvullende onderzoeken
krijgen. Hierbij kunt u denken aan het ECG (hartfilmpje), een Echo (hiermee
wordt naar het functioneren van het hart en de bloedvaten gekeken) of
röntgenfoto’s(een overzichtsfoto waarbij hart en borstholte in beeld worden
gebracht)
Een (mogelijk erfelijke) hartaandoening
Een van de meer bekende hartaandoeningen is cardiomyopathie. Een aandoening
waarbij de pompfunctie van het hart vermindert en de hartspier wordt aangetast.
Deze aandoening kan een hond krijgen op basis van erfelijkheid, maar ook door
het gebruik van gifstoffen, voedingstekorten of auto-immuun afwijkingen.
Als, na onderzoek door de dierenarts, blijkt dat het om een erfelijke variant
gaat, kunnen er in sommige gevallen medicijnen voorgeschreven worden waardoor
uw hond , ondanks deze aandoening, nog een prettig leven kan leiden.